Aectual
Hedwig Heinsman, Martine de Wit & Hans Vermeulen
Aectual biedt een volledig circulaire oplossing voor het interieur, van meubels tot wandpanelen en plafonds. De 3D-geprinte producten worden gemaakt van gerecyclede afvalstromen en plantaardige materialen, zonder zelf afval te produceren tijdens het proces. Na gebruik worden de producten teruggenomen, versnipperd tot nieuw materiaal, en hergebruikt voor nieuwe ontwerpen.
De (interieur)bouwsector is jaarlijks verantwoordelijk voor 30% van het wereldwijde afval. Commerciële interieurs worden elke 5 tot 7 jaar vernieuwd, en vaak is dat zelfs nog eerder. Dit maakt dat interieurveranderingen een voortdurende afvalstroom veroorzaken, waarmee het waarschijnlijk de grootste veroorzaker van CO2-uitstoot is in de bouwindustrie - naast de productie van beton en staal.
Hedwig Heinsman is een van de drie eigenaren van Aectual. Ze vertelt ons over haar liefde voor architectuur, waarom 3D-printen eigenlijk gewoon een moderne vorm van ambacht is en haar drive om mensen de waarde en schoonheid van afvalmaterialen te laten zien.
Fotografie: Anouk Moerman
Hi Hedwig, je bent een van de drie oprichters van Aectual. Wie zijn jullie en wat bracht jullie samen?
Wij, dat zijn Hans Vermeulen, Martine de Wit en ik, Hedwig Heinsman. We runden samen een succesvol architectenbureau, genaamd DUS Architects. Dat hadden we in 2004 opgericht tijdens onze studies Bouwkunde in Delft. Met DUS werkten we vooral aan grote – vaak langdurige en complexe - architectuurprojecten.
Om onszelf creatief te blijven uitdagen begonnen we als side projects met het bouwen van kleine, spontane paviljoens van afgedankte materialen, in samenwerking met buurtbewoners. Het sociale, democratische aspect van het samenbrengen van mensen en het herwaarderen van afval, sprak ons toen al enorm aan.
Toen in de jaren tien het 3D-printen opkwam, zagen we hierin mogelijkheden om de architectuur- en ontwerpscene te veranderen. We kregen het idee om gemeenschappen met behulp van grote 3D-printers hun eigen omgeving te laten creëren, gebruikmakend van afvalmaterialen. Deze visie op een duurzame toekomst werd een drijvende kracht achter ons werk.
Jullie gingen als architecten 3D-printen met afvalmaterialen. Wat is het probleem in de architectuur- en ontwerpwereld?
Er is natuurlijk heel veel afval in de bouw en dat komt voor een groot deel door standaardisatie. Kijk alleen al naar een badkamertegel: wanneer je een wand tegelt, lukt dat nooit zonder tegels op maat te moeten zagen en dus afval te creëren. In de bouw gebeurt dat op nog grotere schaal. Met 3D-printen maak je echt maatwerk waardoor je dit probleem oplost.
Jullie gingen niet met jullie architectenbureau verder, maar begonnen een nieuw bedrijf: Aectual. Waarom?
In 2011 wonnen we met ons architectenbureau DUS de Amsterdamprijs voor de Kunst voor onze bijzondere aanpak. We besloten toen om de geldprijs te gebruiken om zelf een grote 3D-printer te bouwen, een van de eerste ter wereld, waarmee we on-demand interieurs konden printen. Uiteindelijk leidde dat tot het ‘3D Print Canal House project’: een onderzoek naar nieuwe wereldwijde huisvestingsoplossingen en de mogelijkheden van 3D-printen. Steeds meer partners sloten zich hierbij aan en de interesse vanuit opdrachtgevers en andere architecten in 3D-printen groeide.
We besloten om DUS op een laag pitje te zetten en samen een nieuw bedrijf te beginnen. Dat was Aectual. Een van de grootste veranderingen daarbij was de overgang van zelf de architect of ontwerper zijn, naar het faciliteren van anderen. Wij zagen onszelf voor die tijd eigenlijk meer als ontwerpers die toekomstbeelden schetsen en niet als een industriepartij die ook echt zelf een sector wil veranderen. Toen we die overstap toch maakten, vroeg dat om een andere houding van ons alle drie. Nu was het onze taak om andere architecten en ontwerpers te ondersteunen bij de realisatie van hun 3D-geprinte ontwerp. We waren zelf geen architecten meer, maar dankzij onze achtergrond als architecten kunnen we ons goed inleven in wat zij willen.
Van zelf de architect of ontwerper zijn, naar het faciliteren van anderen.
Jullie helpen nu andere architecten en interieurontwerpers. Wat voor producten maken jullie?
Met Aectual ontwerpen we een breed scala aan producten voor de interieur- en architectuurbranche. Deze worden door ons on-demand op basis van circulaire materialen 3D-geprint. Onze catalogus bevat tafels, poefs, kamerschermen en andere meubelstukken die via onze website gepersonaliseerd kunnen worden. Daarnaast bieden we op maat gemaakte systemen aan, zoals wandpanelen, vloeren en andere interieurafwerkingen. Die systemen zijn goed voor het leeuwendeel van onze omzet.
Ons 3D-productieproces is heel innovatief, zo hebben we zelf materiaalrecepten en printtechniek ontwikkeld. Ons 3D-printproces zorgt door het gebruik van slimme data dat er geen afval wordt geproduceerd. Ook bieden we een terugnamesysteem aan. Bedrijven kunnen onze producten na gebruik terugsturen of op laten halen, waarna de onderdelen worden vermalen tot een basisgrondstof. Zo hebben we een volledig circulaire keten gecreëerd. Hierdoor maken we het voor bedrijven eindelijk mogelijk om nieuwe materialen te vervangen door gerecyclede.
Grootschalig 3D-printen is nog relatief nieuw. Toen we begonnen met Aectual waren er weinig technische partners en materiaalpartijen die specifiek voor deze techniek konden leverden. Materialen waren bijvoorbeeld wel printbaar, maar toegepast in een eindproduct voldeden ze nog niet aan bouwregelgeving. Onze eigen materiaalmixen doen dat wel. Inmiddels zijn er trouwens wel steeds meer goede technische en materiaalpartners en daar werken we steeds meer mee samen om onze groei te faciliteren.
Jullie willen het gebruik van nieuwe materialen in het interieur van bedrijven vervangen voor gerecyclede alternatieven. Welke afvalmaterialen gebruiken jullie?
Ons avontuur begon met het testen van een materiaalrecept op basis van polypropyleen: een van de meest voorkomende afvalplastics. Het wordt onder andere gebruikt voor jerrycans, plastic (tuin)meubelen, broodtrommels en auto-onderdelen. Maar al snel besloten we om niet met plastics te werken die gemaakt worden van fossiele brandstoffen. We wilden liever werken met plantaardige materialen. Zo kwamen we in contact met Henkel, een Duitse materiaal-multinational. Samen met Henkel hebben we een plantaardige kunststof ontwikkeld, die we tot op de dag van vandaag gebruiken. Een geweldige stap vooruit, want hierdoor kunnen we een duurzamer materiaal aanbieden.
Inmiddels werken we behalve met plantaardig plastic met meer afvalstromen, waaronder houtafval, afval uit de papierindustrie, visnetten en drankkartonverpakkingen. Het idee is dat wij met de tijd mee kunnen bewegen en steeds blijven inspelen op nieuwe afvalmaterialen die voorhanden komen. We willen we blijven innoveren en ontwikkelen. Daarbij is het belangrijkste dat we materialen en producten ontwikkelen die volledig circulair zijn. We testen doorlopend nieuwe materialen, van koffieprut tot andere stoffen. Om de industrie echt te kunnen veranderen is het belangrijkste voor ons om er een commercieel haalbaar product van te kunnen te maken. Een product dat op grote schaal kan worden geprint én dat rendabel is.
Je hebt het bijvoorbeeld over drankkartonverpakkingen als grondstof. Hoe komen jullie bij zo’n idee?
De verwerking van drankverpakkingen begon met een samenwerking met Tetra Pak. Zij maken per jaar meer dan 200 miljard drankenkartons, echt een onvoorstelbaar groot aantal. Drankenkartons bestaan voor ongeveer 75% uit karton en 25% uit een polymeer-aluminiummix, oftewel ‘PolyAl’. Het karton wordt hergebruikt om bijvoorbeeld toiletpapier van te maken. Het overgebleven PolyAl gebruiken wij om op maat gemaakte interieurproducten van te maken. De kleine stukjes aluminium geven het materiaal bovendien een mooie eigen uitstraling.
Dit project begon met een productlijn voor de kantoren van Tetra Pak zelf. Maar de producten zijn ook gewild bij andere klanten en inmiddels hebben we meerdere productlijnen ontwikkeld van het materiaal. Op onze site kun je nu verschillende soorten wandsystemen, plantenbakken en poefjes geprint van drankkarton vinden.
3D-printen heeft een grote vlucht gemaakt. Hoe onderscheiden jullie jezelf?
Het feit dat we een compleet circulair ecosysteem aanbieden maakt ons product uniek.
Producenten willen duurzamere keuzes maken, deels uit eigen motivatie en door strengere regelgeving. Ze zijn steeds meer verantwoordelijk voor het oplossen van hun eigen afvalprobleem. Wij bieden een effectieve manier om dit probleem aan te pakken en kunnen ze helpen om hun keten te sluiten.
Wij zijn niet alleen een ontwerpbedrijf, maar ook een techbedrijf. We ontwikkelen zelf nieuwe materialen en recepturen en maken product- of interieurontwerpen, maar we genereren ook printbestanden via onze zelf geprogrammeerde software en kunnen printen met onze eigen robots. En we zorgen ervoor dat producten na gebruik worden opgehaald, versnipperd en opnieuw in onze printproductie worden opgenomen.
Doordat we een van de eerste bedrijven waren die gingen 3D-printen, hebben we een naam weten op te bouwen. We hebben inmiddels een rijk en uitgebreid netwerk van materialenpartners, ontwerpers, en recyclingbedrijven waarmee we samenwerken.
Jullie hebben goede ketenpartners, en ook al een aantal grote klanten.
Ja, inmiddels zijn we de startup-fase voorbij en kunnen we makkelijk grote projecten aan.
Onze producten kun je zien in de commerciële interieurs van internationale klanten, zoals Nike, Hermès en Nio. Van de gerecyclede visnetten maken we bijvoorbeeld gevelpanelen, die zijn ontworpen door architectenbureau MVRDV en ze zijn te zien bij onder andere Tiffany & Co.
De meeste partijen willen – en moeten – duurzame keuzes maken, maar willen tegelijkertijd niet inleveren op de esthetiek. Ik ben er ook erg trots op dat mensen ons benaderen omdat ze onze producten mooi vinden om te zien. Ik vind het belangrijk om een circulair product te creëren en CO2-uitstoot terug te dringen. Maar, ik ben ook een ontwerper en vind het daarom essentieel dat dingen goed ontworpen zijn.
We testen doorlopend nieuwe materialen, van koffieprut tot andere stoffen.
Je hebt het over esthetiek. Hoe belangrijk is dat voor jou als ontwerper?
Hoe mensen met een product omgaan en het als het ware koesteren, is een belangrijk aspect van duurzaamheid. Ik vind het dan ook van belang dat onze klanten zich persoonlijk kunnen identificeren met onze producten. Daarom kunnen onze klanten onze producten customizen, kleuren en materialen kiezen en specifieke wensen aangeven. Zo is ieder product industrieel geproduceerd én maatwerk. Door onze klanten veel aandacht te geven, creëren we een productervaring die vergelijkbaar is met die van vroeger, toen producten speciaal voor jou werden gemaakt.
We zien ons werk als een nieuw soort ambacht, waarbij verschillen in de producten onderling juist zorgen voor warmte en een persoonlijke touch. Omdat we werken met afvalmaterialen, is ons basismateriaal niet altijd uniform. Het is dan ook onze taak om het verschil tussen het werken met virgin materialen en gerecyclede materialen duidelijk te maken. Zo kunnen kleuren afwijken en pakt het eindresultaat soms net iets anders uit. Deze imperfecties laten zien hoe het product is gemaakt. Wij vinden dat mooi en willen de klant inspireren, om die afwijkingen juist te zien als unieke eigenschappen van deze werkwijze.
Hoe zie je de toekomst van Aectual en wat is er nodig om daar te komen?
De huidige uitdaging waar we voor staan, is schaalvergroting. Het is te gek dat we internationaal zo erkend worden, maar een belangrijk aandachtspunt is dat we daardoor veel transporteren naar het buitenland. We kiezen natuurlijk wel voor duurzame verpakkingsmaterialen en werken bijvoorbeeld niet met piepschuim, maar liever zouden we omschakelen naar lokale productiefaciliteiten in verschillende landen.
Het wordt dus ook de volgende stap voor ons, om internationaal meerdere Aectual productieplekken te openen. We zijn hiervoor in Duitsland nu de eerste tests aan het draaien. Hoewel we nu nog veel in Nederland printen, zoeken we steeds meer naar internationale partners om dit lokaal te kunnen doen. Dit zien wij als de weg vooruit.
In de toekomst doen we waarschijnlijk dus wat minder alle technische aspecten zelf, maar richten we ons op waar we het beste in zijn en wat we het leukste vinden: ontwerpen en recyclen. Toen we begonnen was er vrijwel niemand die deed wat wij deden en gingen we het dus zelf maar doen. Maar, ondertussen zijn er steeds meer partijen die met XL 3D-printers werken. Door met hen samen te werken, kunnen wij ons verder ontwikkelen als circulair designplatform.
Als laatste, welke boodschap wil je de lezers meegeven?
We vinden het altijd interessant om met mensen mee te denken over circulaire oplossingen voor afvalstromen. Dus: kom een keer langs in ons nieuwe lab! Daar kan je ons hele proces zien, van het ontwerp, tot het printen én het recyclen. Met je eigen ogen zien hoe je met design en 3D-printen een afvalmateriaal kan transformeren tot iets moois en daarmee waarde creëert, is echt iets magisch.
Meer interviews
Secrid Talent Podium - ClimaFibre
Zonnebloemen kunnen onze afhankelijkheid van katoen verminderen en de milieuschade van katoenproductie in de mode-industrie inperken.
Secrid Talent Podium - Super Local
Luc van Hoeckel ontwerpt oplossingen voor de 90% van de wereldbevolking, die geen toegang hebben tot goede basisvoorzieningen.
Secrid Talent Podium - Vorkoster
Om voedselverspilling tegen te gaan, werkt Kimia Amir-Moazmi aan een product waarmee consumenten zelf kunnen zien of voedsel nog veilig is om te eten.
Secrid Talent Podium - Solarix
Solarix ontwerpt en produceert esthetische zonnepanelen als gevelbekleding.
Secrid Talent Podium - Claybens
Emy Bensdorp ontwikkelt een techniek om door PFAS-verontreinigde kleigrond te verwerken tot 100% schone bakstenen.