ClimaFibre
Jess Redgrave
Zonnebloemen kunnen onze afhankelijkheid van katoen verminderen en de milieuschade van katoenproductie in de mode-industrie inperken. Jess Redgrave werkt aan een hoogwaardig nieuw materiaal op basis van reststromen uit de teelt van zonnebloemolie en zonnebloemen die groeien als tussengewas in de regeneratieve voedselteelt. De hele bloem kan gebruikt worden voor textielvezels, pigmenten en een waterdichte coating voor bijvoorbeeld een regenjas.
De fast fashion industrie is niet duurzaam voor een gezonde planeet. We gebruiken meer land dan we nodig hebben en produceren bergen afval vanwege de enorme hoeveelheid wegwerpkleding die wordt geproduceerd. De chemische stoffen die bijvoorbeeld bij het kleuren worden gebruikt, vervuilen onze wateren. Katoen is goed voor ongeveer 22% van de mondiale vezelmarkt. Hoewel katoen een natuurlijk product is waar hoogwaardige stoffen van worden gemaakt, heeft de grote vraag geleidt tot een monocultuur. Voor de productie van katoen is zoveel water en zijn zoveel bestrijdingsmiddelen nodig dat lokale ecosystemen en gemeenschappen ernstig worden beschadigd. Zonnebloemen daarentegen kunnen lokaal worden geteeld in regeneratieve systemen zonder kunstmest en ze dragen bij aan de biodiversiteit boven en onder de grond.
We spraken met Jess over hoe nieuwe vezels gemaakt van zonnebloemen kunnen bijdragen aan een grotere diversiteit in de textielwereld, en hoe je als modeontwerper een verschil kunt maken.
Fotografie: ClimaFibre
Film: Blickfänger
Hallo Jess, laten we beginnen bij jou, als persoon en als ontwerper. Wat drijft jou?
Het creatieve stuk is er altijd geweest bij mij, ik heb altijd van kunst en design gehouden en gedroomd van een creatieve carrière. Begin jaren 2000, toen ik nog student was, werd een creatieve carrière als modeontwerper als een zeer glamoureuze baan gezien. Ik studeerde af en ging voor grote high street-merken werken. In het begin was het allemaal heel spannend, maar gaandeweg kwam ik erachter dat het beroep toch niet zo creatief was als ik aanvankelijk dacht. Ik heb ook een grote liefde voor de natuur en ik was het zat dat mijn ontwerpen voor deze fast fashion-industrie de planeet kapot maakten.
Je zegt dat de fast fashion-industrie een zeer negatieve impact heeft op de planeet. Kun je ons wat context geven? Wat kan er volgens jou beter?
Werken in de mode-industrie heeft zeker mijn ogen geopend. Ik werkte lange dagen om ontwerpen te maken die maar gewoontjes waren. De roep naar meer werd almaar groter en trends bleven zich herhalen. Ik zag hoe schadelijk dit was voor de planeet. Er gaat veel werk en energie zitten in de productie van één enkel kledingstuk, en de enorme hoeveelheid geproduceerde kleding was schokkend. Daarnaast belandt het gros op de vuilstort. Veel kledingstukken zijn gemaakt van polyester, waardoor ecosystemen vervuild raken met microplastics. Maar ook de katoenindustrie werkt zeer ontwrichtend voor de planeet. Katoen is een natuurlijke plant en wordt veel gebruikt voor het maken van vezels. Het is een geweldige plant, heel veelzijdig, maar daardoor zijn we er veel te afhankelijk van geworden. De steeds toenemende vraag heeft ertoe geleid dat katoen een monocultuur is geworden, wat een negatieve impact heeft op de omliggende ecosystemen. Er is veel water voor nodig en de grote hoeveelheden bestrijdingsmiddelen en meststoffen verlagen de biodiversiteit.
Dit alles deed mij realiseren dat ik mijn vaardigheden wilde gebruiken om dingen beter te maken. Ik verliet de fast-fashion-industrie en schreef me in voor de Material Futures Master aan Central St. Martins. Daar begon ik te onderzoeken welke vezelgewassen daadwerkelijk bijdragen aan het bouwen van een gezonde bodem. Ik raakte geïnteresseerd in regeneratieve landbouw en daar liep ik tegen zonnebloemen aan.
Regeneratieve landbouw betekent eigenlijk dat je de bodem beter maakt voor de generaties die na jou komen, toch?
Ja precies. En ik leerde dat een goede manier om regeneratief te werken, het gebruik is van ‘break crops’. Dit zijn ‘tussengewassen’ die je in een rotatie kunt planten, waardoor de bodem in een betere conditie blijft en de oogst van het volgende gewas kan helpen verbeteren. Deze aanpak verlaagt de nodige bestrijdingsmiddelen, fungiciden en meststoffen. Het gebruik van tussengewassen kan de bodemstructuur verbeteren en voorkomt dat de bovenste grondlaag wegspoelt. Ik begon te onderzoeken welke gewassen regeneratief werkten en ontdekte zo dat zonnebloemen heel goed zijn voor het bodemleven. Het zijn ‘fytoremediatoren’, wat betekent dat ze de grond zelfs kunnen reinigen. Ze verwijderen zware metalen die overblijven na overbemesting. Ze kunnen stikstof uit de lucht binden, koolstof opslaan en in het algemeen de bodem verbeteren. Het primaire gebruik van tussengewassen is het herstellen van de bodem, maar als ze ook kunnen worden gebruikt als een extra bron van inkomsten voor de boeren, is dat nog beter: een win-winsituatie voor boeren en de natuur!
Als je iets hebt dat goed ontworpen en esthetisch aantrekkelijk is, kun je meer mensen bereiken en waarschijnlijk meer goeds doen.
Je gebruikt dus zonnebloemen als uitgangspunt voor een nieuw materiaal. Kan je ons vertellen wat je concrete oplossing is, wat is het product dat je ontwerpt?
Ik besloot om van zonnebloemen textiel te gaan maken. Hiervoor onderzocht ik de hele zonnebloemplant, van de vezels in de bloem tot aan de stengel. Wat konden we verder nog met de bloemen doen? Van de bloemblaadjes kunnen pigmenten worden gemaakt en van de zaden creëerde ik een hydrofoob laagje. Ook de binnenste schijfbloemen van de jongere planten en de bladeren zijn benut. Uiteindelijk hebben we vezels, pigmenten en een hydrofobe coating ontwikkeld, allemaal van zonnebloemen. Op dit moment ben ik nog steeds bezig met petrischaaltjes in het lab. De eerste tests met de hydrofobe coating bewijzen dat het werkt. Nu is het een kwestie van het proces standardiseren om op te kunnen schalen.
Verandering kan komen door mensen emotioneel te raken. Ben je het daarmee eens? Hoe zorg je ervoor dat mensen enthousiast worden van dit product dat zich nog in een onderzoeksfase bevindt?
Precies hierom maakt esthetiek een groot deel uit van mijn werk. Ik wil iets maken dat esthetisch aantrekkelijk is, zonder dat het de planeet verpest. Goed nadenken over de vorm en het uiterlijk van het product is belangrijk als je duurzaam consumeren wil stimuleren. Als je iets hebt dat goed ontworpen en esthetisch aantrekkelijk is, kun je meer mensen bereiken en waarschijnlijk meer goeds doen. Ik denk dat dit waarschijnlijk een van de belangrijkste dingen is dat design kan bereiken: belangrijke innovaties overbrengen op een manier dat voor iedereen toegankelijk is.
Daarom heb ik een product ontworpen: een regenjas geheel gemaakt van zonnebloem-gebonden materiaal. Het zal dezelfde uitstraling hebben als een traditioneel waxjack, maar zonder de zware afwerking. Omdat ik met een tussengwas werk, kan ik maar een beperkte hoeveelheid materiaal maken zonder de planeet te beschadigen. Ik wil dus dat het een handige jas is waar je lang plezier van hebt en dan doorgeeft.
Je werkt aan een prototype van een regenjas volledig gemaakt van zonnebloemen. Hoe denk jij over groei en circulariteit? Hoe schaal je op en blijf je duurzaam?
Het deel van het project waar ik nu het meest enthousiast over ben, is de methode om met behulp van enzymen vezels van de stengel te maken. Dit heet ‘weken’. Het weken kan gebeuren in water, wat niet zo goed is voor de planeet. Het alternatief is een techniek genaamd ‘dauw weken’, wat veel duurzamer is maar behoorlijk lang duurt. Gelukkig kan dit proces in een laboratorium worden nagebootst. Dit wordt “enzymatisch weken” genoemd en wordt nu geprezen als een zeer milieuvriendelijke proces. Enzymen kunnen worden gehaald uit bacteriën of schimmels die in de bodem voorkomen. Ze kunnen worden toegepast om onnodig plantaardig materiaal van de stengels af te breken en de cellulosevezels over te houden, die vervolgens tot garen kunnen worden gesponnen.
Ik gebruik deze methode nu en het verkort de tijd van stengel tot vezel van zes weken of langer, tot slechts zes dagen of minder. Dit is veelbelovend, maar we zitten nog in de experimentele fase. Ik hoop dat ik deze methode kan blijven gebruiken bij het opschalen van de productie. Het is al onderzocht met vlas en hennep, maar er bestaan op dit moment geen faciliteiten om dit op grote schaal te testen in Groot-Brittannië. Een soortgelijk proces wordt al gebruikt bij fruitsap productiebedrijven. Het zou dus haalbaar moeten zijn om het voor textiel toe te passen.
De coating die ik heb ontwikkeld is gemaakt van een bijproduct van de zonnebloemolie-industrie en bevat geen vervelende chemicaliën. De coating is overspuitbaar, dus dat ziet er veelbelovend uit om op te kunnen schalen. De formule moet nog verder worden geperfectioneerd, maar mijn hoop is dat dit op termijn de bestaande textiel coatings kan gaan vervangen die schadelijke PFAS (Flurocarbons) bevatten.
Je staat op het punt je laboratoriumtests op te schalen om zonnebloemgaren op een duurzame manier te gaan produceren. Maar 100% duurzame keuzes maken is in de praktijk lastig, de ene keuze beperkt soms de andere. Wat zijn de grootste dilemmas waarmee je in dit proces wordt geconfronteerd?
Ik hoop om lokaal hier in Groot-Brittannië te kunnen groeien en produceren.
Ik hoop om lokaal hier in Groot-Brittannië te kunnen groeien en produceren, maar ik zie een dilemma als het gaat om de beschikbaarheid van het tussengewas zonnebloemen. Het is nou eenmaal een seizoensproduct: hoe verhoudt dat zich tot de behoefte aan een meer constante materiaalstroom als je gaat opschalen? Hoe lang blijft dat duurzaam? Om dit te kunnen berekenen, moet ik eerst standaardiseren hoeveel vezels we per stengel kunnen krijgen. Dan kunnen we voorspellen hoeveel vezels er uit één veld zonnebloemen komen en berekenen hoeveel regenjassen er daarvan gemaakt kunnen worden.
Er zijn veel variabelen waarmee rekening moet worden gehouden, dus ik heb nog niet alle antwoorden en dit zijn alleen zaken die je in de praktijk kunt ontdekken. Mijn visie is dat dit allemaal in Groot-Brittannië plaatsvindt. Hoe dat er precies uit gaat zien, is spannend om te gaan ontdekken. Een andere keuze waar ik tegen aanloop, is om te concentreren op mijn eigen innovatie en daar een bedrijf van maken, of om te gaan samenwerken met gevestigde bedrijven en mijn innovatie te delen. Omdat ik een sociaal persoon ben, vind ik het lastig om alleen te werken. Ik vind het soms moeilijk om als solo-oprichter niemand te hebben om ideeën mee uit te wisselen.
Je zegt dat het soms moeilijk is om solo-oprichter te zijn. Kun je dat wat verder uitleggen?
Ik denk dat het gaat om open staan voor mensen en nieuwsgierig zijn. Je weet nooit wat iemand kan zeggen, kan losmaken of kan doen. Als je tijdens het ontwerpproces tegen een probleem aanloopt, kan het helpen om erover te praten. Iemand kan onverwachts een oplossing bieden waar je echt wat aan hebt. Maar als je er alleen voor staat, kan je je gemakkelijk doodstaren op je eigen project, waardoor je het grotere plaatje uit het oog verliest. Ik heb ontdekt dat je soms alleen door met andere mensen te praten, beseft wat nodig is om weer een stap verder te komen.
Hoe zie jij als ondernemer de toekomst van ClimaFibre? En wat is er nodig om daar te komen?
Nou, ik hoop dat het een echt product wordt en ja, ik wil dat het in Selfridges wordt verkocht! Eerlijk gezegd ligt mijn focus op het materiaal, maar uiteindelijk blijf ik een ontwerper. Met de regenjas wil ik een esthetisch verantwoorde toegepaste versie van het materiaal laten zien. Ik hoop dat we over een paar jaar een volledige productielijn in Groot-Brittannië hebben, met als doel de vezelgewassen die we hier kunnen verbouwen te diversifiëren. Daarna zou ik ook graag willen dat de pilot fabriek naar andere plekken in de wereld afreist, waarbij de vezelgewassen worden aangepast aan lokale ecosystemen.
Ik heb onlangs een subsidie gekregen waarmee ik mijn laboratorium 'proof of concept' kan ontwikkelen tot een commerciële 'proof of concept'. Ik heb al een netwerk van mensen en bedrijven die geïnteresseerd zijn om het product verder te brengen. Om hen er bij te kunnen betrekken, is er aanvullende financiering nodig.
We gaan geen enkel probleem oplossen door vast te blijven houden aan onze bestaande manier van denken.
Aan de financiers en al jouw potentiële klanten die regenjassen van zonnebloemen dragen: als je één ding mag meegeven, wat is dan jouw belangrijkste boodschap?
Om mensen aan te moedigen nieuwsgierig te zijn. Neem geen genoegen met wat er is. Geloof niet altijd dat iets duurzaam of regeneratief is alleen omdat dat wordt gezegd, maar durf de zaken wat meer te ondervragen. Ik denk dat dat heel belangrijk is om te doen binnen duurzaamheid. We gaan geen enkel probleem oplossen door vast te blijven houden aan onze bestaande manier van denken. Ontdek dingen, praat met nieuwe mensen. Je weet nooit welke deuren er opengaan en welke kansen je tegenkomt. Probeer iets nieuws, het is echt spannend!
Meer interviews
Secrid Talent Podium - Sumo Baby
Luisa Kahlfeldt brengt een hoogwaardige luier op de markt die het luiergebruik van een baby terugbrengt van ongeveer 5.000 naar 25 luiers.
Secrid Talent Podium - Fungi Force
Ondernemer Frans van Rooijen en wetenschapper dr. Michael Sailer brengen een beits op de markt die is gemaakt voor natuurlijke grondstoffen.
Secrid Talent Podium - Super Local
Luc van Hoeckel ontwerpt oplossingen voor de 90% van de wereldbevolking, die geen toegang hebben tot goede basisvoorzieningen.
Secrid Talent Podium - Vorkoster
Om voedselverspilling tegen te gaan, werkt Kimia Amir-Moazmi aan een product waarmee consumenten zelf kunnen zien of voedsel nog veilig is om te eten.
Secrid Talent Podium - Solarix
Solarix ontwerpt en produceert esthetische zonnepanelen als gevelbekleding.
Secrid Talent Podium - Claybens
Emy Bensdorp ontwikkelt een techniek om door PFAS-verontreinigde kleigrond te verwerken tot 100% schone bakstenen.