
Nova
Innova
Ermi van Oers
Ermi van Oers maakt licht met bacteriën die organisch materiaal omzetten in elektriciteit. Haar installaties verlichten met miliwatts hele parken in Rotterdam, meten waterkwaliteit in natuurlijke wateren en brengen levend licht in huiskamers en donkere hoeken van de wereld. Het zijn wonderlijke ontwerpen, die de verbinding tussen mens en natuur laten zien.
Traditionele verlichting verbruikt wereldwijd ongeveer 20% van alle geproduceerde elektriciteit en 80% van die energie is nog steeds afkomstig uit fossiele brandstoffen. Microbial fuel cell-technologie, waarbij bacteriën elektriciteit produceren, toont aan dat we energie kunnen oogsten in een harmonieuze samenwerking met ons ecosysteem. En dat we ook met minder stroom onze wereld letterlijk en figuurlijk kunnen verlichten.
We spreken Ermi vanuit Costa Rica, waar ze zes weken onderzoek doet in een duurzame community, drie jaar na haar deelname aan het eerste Secrid Talent Podium. We praten over biodesign, ecosystemisch denken en hoe we in samenwerking met de natuur kunnen voorzien in al onze dagelijkse behoeftes.


Hi Ermi, wat leuk om je weer te spreken over je nieuwste avonturen. Maar eerst even terug in de tijd, waar ben jij opgegroeid?
In een klein dorpje in Brabant. We hadden een hele grote tuin, een hond, schildpadden, een konijn, duiven. En een boomhut. Ik kreeg een geit voor mijn verjaardag, weet je wel. Ik speelde heel veel buiten en onze ouders gaven ons een stevig gevoel voor duurzaamheid mee. Geen eten weggooien. Niks op straat achterlaten. En als je al iets ziet liggen, neem het mee.
Ik was ook altijd dingen aan het maken. Mijn vader had geen creatief beroep, maar maakte thuis wel alles zelf met de hand. En mijn moeder is kapster. Mijn broer is net zo creatief als ik, die ging naar de Design Academy in Eindhoven en heeft ook zijn eigen design studio. Dus we zullen het thuis wel meegekregen hebben.
Ben je ontwerper geworden om wereldproblemen op te lossen?
Die basis heeft altijd wel een rol gespeeld in mijn werk. Ik begon met productontwerp aan SintLucas in Boxtel en later ging ik naar Willem de Kooning, de kunstacademie in Rotterdam. Toen maakte ik al dingen met meer dan éen functie, zodat je minder spullen hoeft te kopen. Ik bedacht bijvoorbeeld een kussen dat ook kleed, bank en speelgoed voor kinderen kon zijn.
De echte bewustwording kwam toen ik een artikel las van een andere ontwerper, die zei dat je als ontwerper een grote verantwoordelijkheid hebt. Jij bent degene die nieuwe producten de wereld in helpt, die mensen kopen. Dat sprak me heel erg aan, ik wil die verantwoordelijkheid dragen.
Ik wil vooral bijdragen aan het verminderen van overconsumptie. Want we verbruiken veel meer natuurlijke hulpbronnen dan de aarde kan genereren en we recyclen nog niet eens 10% daarvan.
Hoe wil jij overconsumptie verminderen?
Wat mij heel erg fascineert is de relatie die wij hebben met een product. Daar wil ik meer aandacht voor vragen. Want hoe meer je je verbonden voelt met wat je hebt gekocht, hoe beter je ervoor zorgt en hoe minder snel je het weg doet of vervangt.
Tijdens mijn minor Sustainability kwam ik het onderwerp biodesign tegen. Dat is een discipline die biologie en design met elkaar verbindt. Een belangrijk kenmerk is dat je samenwerkt met processen uit de natuur, in plaats van ertegenin te gaan. Daardoor zijn de oplossingen regeneratief, biologisch afbreekbaar en vaak zelfs levend. Meestal gebruik je organismen, zoals bacterien, schimmels, algen of planten.
Ik dacht echt: ‘Wauw, hier is nog een hele wereld te ontdekken die revolutionair en superbelangrijk is.’ Vanaf toen maak ik alleen nog maar ontwerpen, die laten zien hoe we verbonden zijn en kunnen samenwerken met de natuur. Ik wil mensen verwonderen en harten openen, want dat heeft grote impact.
Hoe beter we voor het groen zorgen, hoe langer het licht aanblijft.
Hoe ben jij biodesign gaan toepassen?
Ik maak gebruik van de zogenaamde microbial fuel cell-technologie. Daarbij gebruik je bacteriën om groene stroom op te wekken. Dat werkt met een specifieke bacteriesoort, die je vindt op heel veel plekken waar organisch materiaal is. Dat organische materiaal breken ze af om zichzelf te voeden. In dat proces, bij hun stofwisseling, willen ze elektronen en protonen weggeven.
Die elekronen kun je opvangen met een speciale cel, die noem je een microbial fuel cell. Die stop je bijvoorbeeld in de aarde of in het water en met een draadje kun je de elektronen dan geleiden. Je creëert dus een circuit. Zo help je de bacteriën, omdat ze hun elektronen kunnen afgeven, en wek je tegelijk electriciteit op zonder het ecosysteem negatief te beïnvloeden.
Je kunt het zien als een levend batterijtje, dat groene stroom opwekt terwijl het tegelijk organisch afval afbreekt of water helpt zuiveren. De stroom die je ermee kunt genereren is genoeg om bijvoorbeeld een klein lampje mee te laten branden of sensoren te laten werken.
Een levend batterijtje. Hoe ben jij die microbial fuel cell gaan toepassen?
Die cel, waarmee je die elektronen van bacterieën kunt opvangen, worden ontwikkeld door wetenschappers over de hele wereld. Ik vond het zo bizar dat we helemaal niet weten dat dit kan en dat het nergens wordt toegepast. Daar wilde ik verandering in brengen, dus toen ben ik samenwerkingen met wetenschappers gaan opzoeken. Maar ik was een productontwerper van de kunstacademie en dat vonden wetenschappers in eerste instantie niet zo interessant. Dat dwong mij om het eerst zelf te gaan doen.
Die reis begon bij De Waag in Amsterdam, waar Pieter van Boheemen van het biolab ons heel erg heeft geholpen. We zijn vanalles gaan testen – van onze eigen urine tot modder en gft afval – en heel grof gaan prototypen. Wekenlang gebeurde er niks, maar opeens hadden we een LED-lampje branden op Maaswater. Dat was echt een Eureka-moment: het werkt! Wat ik maakte was in eerste instantie totaal niet efficient, maar het werkte dus wel.
De Maas was heel toegankelijk, dus daar ben ik toen verder mee gaan werken. Ik heb toen een drijvende lamp gemaakt, die dezelfde vorm had als het Drijvende Paviljoen in Rotterdam. Het was symbolisch bedoeld voor iets groters, om te laten zien: ‘Kijk, dit kan op kleine schaal, dus dan kunnen we ook drijvende woningen maken met deze technologie’.


Je laat zien dat het werkt. Ben je die projecten ook gaan doorontwikkelen?
Ja, doordat ik zelf die kennis had opgedaan, is het later alsnog gelukt om samen te gaan werken met wetenschappers van bijvoorbeeld Wetsus en Southampton University. Het is echt veel werk geweest, maar na zeven jaar hebben we nu een cel die echt heel goed werkt. Daarmee hebben we mijn eerste project doorontwikkeld tot POND, dat is bedoeld om water een stem te geven.
POND bestaat uit drijvende domes, die met kleurverlichting laten zien hoe goed of slecht het met ons water gaat. Het gaat echt om het maken van een verbinding met het water en het is tegelijk ook sfeerverlichting. De bacteriën eten organisch materiaal uit water en met onze cel wekken we stroom op om sensoren allerlei data te laten meten. Denk aan temperatuur, pH-waarde, zuurstofgehalte en EC. Die data worden vervolgens vertaald naar een bepaalde lichtkleur.
Daarnaast hebben we Living Light ontwikkeld, dat werkt net een beetje anders. De cel die we daarvoor gebruiken is niet die van onszelf, maar is ontwikkeld door Plant-E. De bacterieën voeden zich niet met organisch materiaal in water, maar via het fotosyntheseproces van planten. Daarmee maken we letterlijk levend licht. We hebben een tafellamp ontwikkeld, maar we verlichten inmiddels ook al hele parken op deze manier.
Eerst over POND, voor wie meet en visualiseer je de waterkwaliteit?
POND is een vierjarig ontwikkeltraject geweest met verschillende waterschappen en Rotterdams Weerwoord. Voor waterschappen is dit super nuttig, want ze kunnen ineens elk uur zien hoe de waterkwaliteit ervoor staat. Daardoor kunnen ze sneller inspelen op bijvoorbeeld klimaatveranderingen.
Dit jaar gaan we vijf nieuwe POND-installaties neerleggen in Utrecht, Amsterdam, Rotterdam, Delft en Voorne aan Zee. We hebben ook subsidie om de komende drie jaar samen met Deltares te werken aan het verbeteren van onze machine learning, om blauwalgbloei en andere nutrienten in het water beter te kunnen monitoren. En we gaan werken aan onze communicatie en de educatie er omheen.
Het is ook een participatieproject, want het helpt om mensen bewuster te maken van hoe we beter voor ons water kunnen zorgen. We zien dat nu vaak als de job van een waterschap of gemeente, maar het is een taak van ons allemaal.
Met Living Light maak je levend licht via fotosynthese van planten. Hoe ziet dat eruit?
Ja, planten maken voedingsstoffen aan met behulp van zonlicht, water en koolstofdioxide. Een deel daarvan gebruiken ze zelf, terwijl een ander deel via de wortels in de grond terechtkomt. Bacterieën in de bodem breken die reststoffen af en daarbij komen de elektrisch geladen deeltjes vrij. Daar maken we gebruik van om lichtjes te laten branden.
Living Light is begonnen als een consumentenlamp, met éen kamerplant in een glazen stolp en een cel om stroom op te wekken. Kleine LED-lichtjes worden geactiveerd door de plant zachtjes aan te raken. De beschikbare hoeveelheid energie is afhankelijk van het welzijn van de plant, dus als je goed voor de plant zorgt, werkt het beter.
Mensen zijn echt helemaal verbaasd als ze deze lamp zien en het ontwerp werkt heel goed. Maar we realiseerden ons ook dat de lamp alleen goed blijft werken als het goed gaat met die ene plant. Het is natuurlijk veel robuuster om samen te werken met een heel ecosysteem. Daarom zijn we ook groter gaan denken en verlichten we met Living Light Park inmiddels ook groenstroken op deze manier, als vervanging voor felle lantaarnpalen.
Ik wil laten zien hoe magisch dat is.
Je kunt dus hele parken verlichten met bacteriën, in plaats van lantaarpalen?
Ja, we hebben vorig jaar een openbare en permanente installatie gerealiseerd in Rotterdam, in de wijk Reyeroord. Dat is een pionierswijk, waar ze allemaal duurzame dingen onderzoeken. Onze oplossing biedt een alternatief voor kunstmatig licht, zoals lantaarnpalen. Dat kan nachtdieren desoriënteren, het bestuivingspatroon verstoren en de groeicycli van planten verstoren.
Het is heel succesvol en werkt heel goed. Als je over een vlonder loopt gaat speciale sfeerverlichting branden. Het is echt levend licht wat je ziet en voelt. Alle stroom komt van de bacteriën in de bodem, waardoor de biodiversiteit niet wordt aangetast. Ook hier geldt, hoe beter we met elkaar voor het groen zorgen, hoe langer het licht aanblijft.
Het is niet een heel groot park, maar een groenstrook tussen een woonwijk in. Daar was het vroeger wat onveiliger, dus ‘s avonds kwam je er niet zo graag. Voor ons is het daarom niet alleen een goede plek om de technologie te testen, maar ook om te kijken wat onze oplossing met dat gevoel van veiligheid doet.


Je bent net terug uit Costa Rica, was je daar de jungle aan het verlichten?
Ja, ik was daar om onze cellen te testen. Het is al lang een droom om te kijken hoe onze technologie werkt in een tropisch gebied. In theorie zou het nog veel beter moeten werken dan in Nederland door de hogere temperaturen en het oeroude rijke ecosysteem. Er is ook veel vaker beperkte toegang tot electriciteit.
We zijn een samenwerking gestart met PachaMama, dat is een eco-community en centrum voor spirituele transformatie. Het leven is er heel erg gericht op samenleven met de natuur. De paden zijn heel donker, met als gevolg dat bewoners en bezoekers vaak hoofdlampjes of zaklampen gebruiken. De gerichte straal en hoge intensiteit daarvan zijn weer verstorend voor de biodiversiteit.
Er ligt ook een rivier en een lagune, dus daar hebben we onze cellen in gedaan, om te kijken hoe snel alles opstart en hoeveel energie dat opwekt. We hebben als demo-lampen meegenomen van Living Light – Park, want die kun je natuurlijk ook op water aansluiten. En het werkt. We hebben ontdekt dat onze cellen twee keer zo snel elektrische activiteit vertonen als in Nederland.
Ga je nog meer parken en jungles verlichten binnenkort?
We krijgen verschillende aanvragen. Het is heel leuk dat er al zoveel belangstelling is. Een installatie is nog steeds duur, waardoor veel geïnteresseerde partijen het nu nog niet kunnen financieren. We hebben daarom eerst een paar grote projecten nodig om schaalbaarheid te bereiken.
In de huidige projecten kiezen we bijvoorbeeld nog voor 3D-printen, maar de lampjes zijn ontworpen om uiteindelijk in grote oplages te kunnen spuitgieten. Dat is veel kostenefficienter.
We zijn dus op zoek naar partners die gewend zijn aan grote budgetten. Dat kan een overheid zijn, die lantarenpalen wilt vervangen. Want een enkele straatlantaren kost ook een fortuin. En we kijken naar de duurzame hospitality-sector: eco-resorts, retraite- en wellnesscentra, museumtuinen. Het is een kans om het voortouw te nemen en een nieuwe wereldwijde standaard voor ecotoerisme neer te zetten.
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
We hebben besloten om ons voorlopig op POND te focussen, om de verbinding met ons water te herstellen. Vele van ons weten niet dat maar 1% van de Nederlandse wateren voldoet aan de Europese normen. Een heel groot probleem, wat we enkel kunnen oplossen door hierin samen te werken met elkaar en met de natuur.
Maar ook zijn we voor de consumentenmarkt wel al met een nieuw ontwerp bezig, als een duurzame vervanging voor een kaars. Want ik vind kaarsen fantastisch, maar ze zijn ook ongezond, vervuilend en stoten CO2 en fijnstof uit. En nepkaarsen doen het niet voor mij.
Dus ons voorstel is een tafellampje met levend licht gepowered door bacteriën. Een lamp die je moet blijven voeden om licht te ontvangen. Dat kan met organische reststromen zoals bijvoorbeeld een schepje koffiedrap, iets wat de meeste in huis hebben. Dat zal waarschijnlijk eerst naar bijvoorbeeld hotels en restaurants gaan, maar we willen het uiteindelijk ook voor consumenten beschikbaar maken.
Als ik 10 jaar vooruitkijk, hoop ik dat we niet beter weten dan dat we energie kunnen opwekken door samen te werken met bacteriën. Maar ik zie Nova Innova als een ontwerpstudio, dus het liefst wil ik een scala aan pionierende technologieën uit het lab halen en verder brengen met innovatieve toepassingen, om te laten zien dat het kan.
Het is echt levend licht dat je ziet en voelt.
Waar kun je op deze mooie reis hulp bij gebruiken, om de volgende stappen te maken?
Op korte termijn zoek ik iemand die mij kan helpen met projectmanagement en sales. De lopende projecten gaan goed en met wat er gaat komen wil ik graag hulp hebben. Op wat langere termijn hoop ik dat er een partner op mijn pad mag komen, die naast me wil komen staan voor zakelijke ondersteuning. Iemand die dezelfde fascinatie deelt voor wat we doen als ik.
En natuurlijk hoop ik mooie partners en klanten te ontmoeten die deze innovatie met ons in de wereld willen implementeren.
Mijn kracht zit in de eerste fase, tot en met de eerste grootschalige projecten. Daarin kun je ontdekken, leren, zien wat goed gaat en wat niet. En als het eindelijk werkt en mensen zijn enthousiast, dan zoek ik een partij die dit verder kan opschalen en wegzetten.
Tot slot, wat is de belangrijkste boodschap die je lezers wilt meegeven?
Ik zie het inmiddels als mijn missie om mensen in contact te brengen met de diensten die de natuur ons biedt. En de schoonheid daarvan. Hopelijk denken mensen: ‘Wow! Dit kan gewoon!’ We kunnen een heel park verlichten met de planten van het park zelf!’.
Het gaat niet alleen om deze technologie, ik wil mensen inspireren om op een holistischere manier naar ontwerp te gaan kijken. In mijn ogen zijn we in onze maatschappij op het gebied van economische efficientie een beetje doorgeslagen. Daardoor trekken we ons hele ecosysteem uit balans. Ik wil laten zien hoe we die efficientie niet alleen op de economie, maar op ons hele ecosysteem kunnen projecteren.
De natuur is zo intelligent. Een gezond ecosysteem werkt super efficient en blijft als geheel altijd in balans. Ik wil mensen laten ervaren dat wij onderdeel zijn van dat geheel. Laten zien hoe magisch dat is. Als we beter leren samenwerken, geloof ik dat we op een duurzame manier in al onze dagelijkse behoeftes kunnen voorzien.
Meer Interviews
Secrid Talent Podium - Suntex
Pauline van Dongen maakt een lichtgewicht en energieopwekkend textiel met zonnecellen voor bijvoorbeeld geveldoeken, festivaltenten of luifels
Secrid Talent Podium - Haptics of Cooking
Boey (Bo) Wang maakt 100% inclusieve producten voor het uitvoeren van alledaagse taken
Secrid Talent Podium - Meaningful Matter
Lotte Douwes maakt nieuwe hoogwaardige serviezen en interieurproducten van keramiekafval.
Studio Milou Voorwinden
Milou Voorwinden vernieuwt de bestaande mode- en textielindustrie door innovatieve 3D-weeftechnieken te ontwikkelen
Secrid Talent Podium — Omlab
Huub Looze en Margreet van Uffelen maken zij bijvoorbeeld taludtegels en vogelkasten, die na gebruik helpen de bodem en biodiversiteit te herstellen.
Secrid Talent Podium - ForestGuard
ForestGuard is an advanced wildfire prevention system. This device detects forest fires within the first 15 minutes and helps communities worldwide to protect their valuable forests and natural resources. An integrated monitoring system can help to manage a fire before it starts or turns into a full-blown fire.